Artist-in-residence bij het EKWC

Artist-in-residence bij het EKWC

In 2022 heeft de Stichting Van Achterbergh - Domhof wederom kunstenaars ondersteund bij een residency bij het EKWC in Oisterwijk. De stichting doet dit al een aantal jaar. Het EKWC is een internationale artist-in-residence en centre-of-excellence voor keramiek. Al meer dan 50 jaar worden hier, van over de hele wereld, kunstenaars, designers en architecten ontvangen om te experimenteren met klei. Dit levert zowel bijzondere kunstwerken op, als technische innovaties. Het EKWC draagt jaarlijks vijf kunstenaars voor bij de stichting die wat hen betreft in aanmerking komen voor de subsidie. In 2022 is een subsidie van de Stichting Van Achterbergh - Domhof toegekend aan: Sajoscha Talirz, Ceel Mogami de Haas, Kirsten Spuijbroek, Anna-Bella Pap en Inez de Brauw.

Sajoscha Talirz kwam naar het EKWC met de wens om het autonome, sculpturale werk in zijn praktijk een grotere plek te laten innemen, en hierin het plezier van het spel te vangen. Talirz ontwierp mallen voor de machinale extruder en gebruikte verschillende kleisoorten in verschillende grofheden. De geëxtrudeerde vormen behandelde hij enerzijds voorzichtig in een gecontroleerde dans met het materiaal, anderzijds op brutale wijze door ze van verschillende hoogtes te laten vallen. Voor het glazuur koos hij voor een pallet van sinter engobes omdat die volgens Talirz de materiaaleigenschappen van keramiek het meest respecteert. Daarnaast werkte Talirz aan een tweede serie sculpturen waarin hij keramiek samen wil laten komen met andere materialen als hout en metaal om te onderzoeken of keramiek in zijn bestaande praktijk geïntegreerd kan worden. Talirz beoogt het plezier van het maken overbrengen, dat de toeschouwer zichzelf herkent in de sculpturen, de fysieke beweging voelt, en dat de tactiliteit van het oppervlak uitnodigt om het aan te raken.

Voor iemand die nooit eerder schilderde, ging kunstenaar Ceel Mogami de Haas een grote uitdaging aan toen hij tijdens zijn EKWC-residentie begon aan een geglazuurd reliëf van een landschap van drie bij twee en een halve meter. De Haas groeide op in Frankrijk en studeerde Engelse en Amerikaanse literatuur voordat hij voor kunst koos. Hij werkt en woont nu met tussenpozen in Nederland en in Zwitserland, waar hij mede-oprichter is van de door kunstenaars gerunde ruimte One Gee in Fog die (niet geheel verrassend) zich inzet voor het verkennen van de verstrengelingen van kunst en literatuur. Zich uitdrukkend in verschillende media – van beeldhouwkunst, tekenen, schrijven en kunstenaarsboeken tot installaties en video – verwerkt de Haas vrijelijk poëzie en literatuur in zijn werk, met een speciale rol voor de wolf of, in het reliëf dat hij nu maakte, de vos.

De tijd lijkt zowel vooruit en achteruit te lopen in het werk van kunstenaar Kirsten Spuijbroek. De bloemen die ze in porselein doopt, worden gefossiliseerd; de objecten die uit de oven komen kunnen uit een verre toekomst of uit een eonen verleden zijn gereisd. Het geeft ze een verstilde schoonheid, een gevoel van rouw om alles wat er gebeurt, versterkt door de gedempte kleuren van de klei. Bij EKWC ontwikkelde Spuijbroek nieuwe technieken om glazuur toe te passen als constructief element in een reeks sculpturen en wandstukken die spreken over afwezigheid en de wens om te behouden.

Anna-Bella Papp  kwam naar het EKWC om het werken en leven in een peer group te ervaren en te onderzoeken wat dit voor haar praktijk zou kunnen betekenen. Papp richtte zich op experimenteren en het vergaren van kennis, om haar gebruikelijke wijze van maken open te breken. Ze onderzocht veel van de mogelijke richtingen om binnen de residentie op te gaan:

  • Het manipuleren van het kleilichaam om materialen uit de 'echte wereld' na te bootsen, zoals cement, rotsen en bakstenen. Naar aanleiding van een scriptie die ze schreef waarin ze de dagelijkse praktijk van kunstenaars, ontdaan van haar romantiek, onderzocht. De werken zijn een verslag van de subtiele betrokkenheid van de kunstenaar bij gentrificatieprojecten.
  • Keramische Vespa-schermen. Tijdens de Covid-lockdown waren er geen tentoonstellingen. Papp ontwierp een keramisch Vespa-scherm zodat kunst elke dag door de straten kan rijden.
  • 3D-printen van alleen de binnenste ondersteuningsstructuur van 3D-printbestanden. Papp verwijderde de buitenste vorm van het digitale ontwerp van een hoed om de nieuwheid van de printtechnieken in keramiek te relativeren, met als resultaat de strohoedachtige print.
  • Hergebruik van gevonden en afgedankt keramiek. Tijdens haar residentie reflecteerde Papp op de ecologische impact van het keramische proces. Fragmenten van krimpende platen werden hergebruikt als testplaatsen van glazuren en op precaire wijze gecombineerd tot giftige landschappen.

Inez de Brauw wilde het platte vlak van haar schilderijen openbreken en haar werk naar het driedimensionale rijk brengen. Gewend aan de directheid en snelheid van het schilderen, was het trage proces van werken in keramiek een grote uitdaging voor (de ongeduldige) De Brauw. Zo zijn er meerdere stukken gebroken doordat ze te vroeg uit de mal zijn gehaald. Zoals een mede-resident haar troostend vertelde: “Keramiek vergt een sterk hart”. En zoals de Brauw zelf zegt: “Keramiek eist tolerantie; ik wist nooit wat ik zou krijgen.”
 
In deze breuken ontstond uiteindelijk een vriendschappelijke relatie met de klei, waarin Inez de balans vond tussen een geplande en spontane manier van werken. De Brauw richtte zich op de dialoog tussen het schilderen en het creëren van driedimensionale objecten gecombineerd in mise en abyse; een methode om een literair of beeldend werk weer te geven in een ander werk van dezelfde soort.